De boogklassen

In Nederland worden de meeste wedstrijden onder de World Archery (WA. Voorheen FITA). Behalve de 3D wedstrijden. Deze worden onder de International Field Archery Association (IFAA) reglementen geschoten. Hieronder staat een kort overzicht van iedere klasse. Lees voor meer details altijd het reglementen boek van de betreffende organisatie.

WA boogklassen
Compound
Bij dit type boog wordt van het takel principe gebruik gemaakt, waardoor het mogelijk is om met een geringe inspanning een groter vermogen aan opgeslagen energie te verkrijgen. Hierdoor weet deze boog de pijl een veel hogere snelheid mee te geven. Weeromstandigheden zoals wind en/of regen zullen hierdoor minder invloed hebben op de pijl.
Dit type boog is op FITA-wedstrijden, nationaal en internationaal gerechtigd in een aparte materiaalklasse.
Bij een compoundboog is het toegestaan om meer hulpmiddelen te gebruiken dan bij de recurveboog. Bijvoorbeeld een tweede richtpunt (de peepsight) en een mechanische losser (release). Deze extra hulpmiddelen maken het mogelijk veel nauwkeuriger te schieten met de compoundboog.
De compoundboog is geen olympische klasse, maar raakt steeds meer ingeburgerd. In de Verenigde staten wordt voornamelijk compound geschoten. In Nederland staat het compoundschieten op hoog niveau met vele aansprekende records en titels op Wereld en Europees niveau op naam van Mike Schloesser en Sanne de Laat.

Recurve
Dit type boog wordt op de Olympische Spelen gebruikt. De schutter beschikt over een vizier waarmee hij de pijl op het blazoen kan richten. Het vizier is relatief simpel en mag bijvoorbeeld geen lens bevatten. Het verstellen van het vizier (links/rechts, omlaag/omhoog) maakt het mogelijk om op verschillende afstanden op het midden van het doel te blijven richten.
Verder beschikt deze boog over 1 of meerdere stabilisatoren. Deze zorgen ervoor dat trillingen in de boog, op het moment dat de pijl wordt gelost, worden gedempt en opgevangen. De boog levert de energie die noodzakelijk is voor de voortstuwing van de pijl. Deze energie wordt door het uittrekken opgeslagen in de boog.

Barebow
De Engelse term Bare bow betekent ‘kale boog’. Deze boog bestaat uit een middenstuk en twee werparmen. Deze zijn vaak gelijk aan de Olympische bogen, maar dan zonder de hulpmiddelen als stabilisatoren en vizier. De schutter mikt dus door met de punt van de pijl op het doel te richten. In tegenstelling tot het verschuiven van je vizier, regelt de barebow schutter de hoogte door het verplaatsen van de hand onder de pijl. Hoe dichter de hand bij de pijl, hoe hoger de pijl zal landen. Deze techniek, ook wel ‘Stringwalking’ genoemd, is typerend voor Barebow schutters.

Longbow
Onder de tradionele klasse worden verschillende bogen gerekend waaronder de Engelse Longbow, Amerikaanse Longbow (ook wel flatbow), jachtbogen en ruiterbogen. Een discipline met bogen die van oudsher al werden gebruikt om te jagen en oorlog te voeren. Voor alle bogen geldt dat er met houten pijlen met natuurveren moet worden geschoten.

IFAA Boogklassen
CU / COMPOUND UNLIMITED
Alle soorten compoundbogen, waarbij elk vizier is toegestaan.
Stabilisatie is toegestaan.
Release is toegestaan.

CB / COMPOUND BLANK
Alle soorten compoundbogen zonder optische richtmiddelen.
Boog, pijlen en pees moeten vrij zijn van markeringen die voor het richten gebruikt zouden kunnen worden.
Een enkele stabilisator is toegestaan met een maximale lengte van 12 inch (30 cm)
De pees moet een vast nockpunt hebben, gemarkeerd door een of twee ringen.
Er moet van een vast anker punt gebruik gemaakt worden.
Bij het uittrekken van de boog moet de wijsvinger de nock of de onderste ring van het nockpunt
aanraken. de positie van de wijsvinger mag gedurende de wedstrijd niet gewijzigd worden.
Pijlkokers geplaatst aan de andere zijde dan het venster, met geen delen van de koker zichtbaar in
het venster, zijn toegestaan.
Aan de pees bevestigde dempers (whiskers etc.) moeten zich minimaal 12 inch (30 cm) boven en
onder het nockpunt bevinden.
Het trekgewicht van de boog, mag tijdens de wedstrijd niet worden aangepast.

FSR / FREESTYLE RECURVE
Elk type recurve voorzien van een vizier en eventueel andere optische richtmiddelen, uitgezonderd
een scope (vergroting), peepsight en waterpas. Het richtpunt van het vizier mag niet langer zijn dan2,5 cm.
Het gebruik van een release is niet toegestaan.

BBR / BAREBOW RECURVE
De handboog mag niet voorzien zijn van optische richtmiddelen.
Handboog,pijlen en pees moeten vrij zijn van markeringen die voor het richten gebruikt zouden kunnen worden.
Verstelbare pijlsteun met eventueel button is toegestaan.
Het gebruik van een enkele stabilisator is toegestaan.
De pees moet een vast nockpunt hebben, gemarkeerd door een of twee ringen.
Mechanische hulpmiddelen zijn niet toegestaan.
Face-en Stringwalking zijn toegestaan.

BHR / BOWHUNTER RECURVE
Alle soorten recurvebogen, niet voorzien van een optisch richtmiddelen.
Handboog,pijlen en pees moeten vrij zijn van markeringen die voor het richten gebruikt zouden kunnen worden.
Alleen een enkele stabilisator is van maximaal 12 inch (30 cm) gemeten vanaf de back van de boog is toegestaan.
Een clicker is niet toegestaan.
De pees moet een vast nockpunt hebben, gemarkeerd door een of twee ringen.
Er moet van een vast anker punt gebruik gemaakt worden.
Bij het uittrekken van de boog moet de wijsvinger de nock aanraken, de positie van de wijsvinger mag gedurende de wedstrijd niet gewijzigd worden.
Pijlenkokers geplaatst aan de andere zijde dan het venster, met geen delen van de koker zichtbaar in het venster zijn toegestaan.
Aan de pees bevestigde dempers (whiskers, etc.) moeten zich minimaal 12 inch (30 cm) boven en onder het nockpunt bevinden.

LB / LONGBOW
Een 1-delige rechte boog waarbij de latten, in opgespannen toestand, vanaf het handle naar de tip, een continue buiging (D-vorm) hebben, zonder recurve in de lat.
De boog mag niet voorzien zijn van optische richtmiddelen.
Handboog, pijlen en pees moeten vrij zijn van markeringen die voor het richten gebruikt zouden kunnen worden.
De handboog mag een venster hebben, die tevens als pijlondersteuning mag dienen. Het venster mag niet voorbij het midden van de boog komen.
De pees moet een vast nockpunt hebben, gemarkeerd door een of twee ringen.
De pees moet getrokken worden met de mediterrane greep (1 vinger boven, 2 vingers onder de pijl).
Er moet van een vast anker punt gebruik gemaakt worden.
Alleen houten pijlen met natuur veren zijn toegestaan. Nocken en punten mogen van ieder soort materiaal en gewicht zijn.

HB / HISTORISCHE BOOG
De handboog moet gebaseerd zijn op een klassieke boog van voor 1900.
De handboog dient gebruikt te worden zoals zijn historische voorbeeld vroeger werd gebruikt.
De boog is of uitsluitend van hout, of samengesteld uit composieten van verschillende (historische)
materialen, zoals bijv. hoorn, been, bamboe en pees.
Een pijlsteun of rand, alsook een boogvenster is toegestaan, op voorwaarde dat deze overeenkomt met het klassieke ontwerp van de boog van voor 1900.
Pijlschachten zijn van hout en bevederd met natuurlijke veren die bij voorkeur op een historische manier zijn vastgemaakt (Bijv. met een draad)